Standerdmolen

De Haag is een standerdmolen. Dit is het oudste type molen dat in Nederland voorkomt, en dan voornamelijk in het zuidoosten van het land, waaronder in Beuningen, Valburg en Batenburg. Een standerdmolen bestaat uit twee delen: de voet en de kast. Deze voet bestaat uit een kruisconstructie die de standerd overeind houdt. De Haag is een gesloten standerdmolen, want de voet wordt afgeschermd door een dak, de paraplu genaamd, en muren. Het is waarschijnlijk dat de constructie vroeger open is geweest, want op drie originele balken zijn nog teer- of pekresten te zien. Dit werd toen als conserveermiddel gebruikt, tegen de wind en de regen. De standerd (foto boven) is eigenlijk het middelpunt van de molen en is een zware eikenhouten spil die de hele kast draagt. De kast, oftewel het bovenste deel, kan helemaal ronddraaien: zo kunnen de wieken uit iedere windrichting draaien. De kast draait over de zetel, die regelmatig gesmeerd moet worden. Het draaien van de kast en daarmee de wieken, wordt 'kruien' genoemd. 

In de kast van de molen staan twee koppels maalstenen. De wieken van de molen zitten vast aan de zware, houten bovenas met een gietijzeren insteekkop. Aan deze as zit het bovenwiel, die aan twee kanten de stenen aan kan drijven. Het graan wordt eerst omhoog gehesen met aan een touwtje, die achter bij de kap aan een andere as - de luias - vastzit. Dit mechanisme heet het luiwerk. De molenaar kan dit zowel met de hand als op de kracht van de molen bedienen.

 

Als het graan omhoog is gehaald, kan het worden gestort in de kaar. Onderin zit een kleine opening, en komt het graan in de schuddebak. Deze zit vast aan de steenspil en 'doseert' als het ware de hoeveelheid graan die tussen de stenen (in het kropgat) valt. Vervolgens valt het graan via het kropgat tussen de stenen waar het naar de buitenkant toe wordt geslingerd, gebroken en vermalen wordt. De maalgroeven of kerven in de stenen brengen het meel in de meelpijp, waar het in de maalbak komt en in de zak wordt opgevangen. De afstand tussen de twee stenen, de loper en de ligger, is regelbaar. Zo kan de molenaar tijdens het malen precies de fijnheid van het meel bepalen. Voor bijvoorbeeld veevoer is het belangrijk dat hij het graan grof maalt, terwijl voor de (thuis)bakker het meel fijn gemalen moet zijn. Ook het scherpsel van de maalstenen bepaalt de kwaliteit van het meel.

 

De wrijving die de stenen namelijk veroorzaken, leidt tot slijtage. Daarom moet de molenaar dit soms aanscherpen, wat 'billen' wordt genoemd. Dit klusje kost vaak één dag; vandaar dat dit vroeger op windstille dagen gedaan werd, als de molenaar toch niet kon malen. Voordat het graan tot meel vermalen is, is er dus heel wat werk verzet!


Momenteel maalt De Haag niet meer voor consumptiemeel, maar kan de molen nog steeds wel voor veevoer malen. In onze molenwinkel verkopen we diverse meelproducten, waaronder mixen voor brood, cake en pannenkoeken voor de thuisbakker, die op de Wijchense molen worden gemalen. Op deze manier houden we naast de molen ook het eeuwen-oude beroep van korenmolenaar in stand en kunt u genieten van de smaak van heerlijk, ambachtelijk molenmeel! Kijk voor ons assortiment verder bij 'Producten'.